Complexe getallen
GeoGebra ondersteunt niet rechtstreeks complexe getallen, maar je kunt puntn gebruiken om bewerkingen met complexe getallen te simuleren.
Wanneer je het complexe getal 3 + 4ί in het Invoerveld typt, verkrijg je het getal (3, 4) in het Tekenvenster. De coördinaten van dit punt worden getoond als 3 + 4ί in het Algebra venster.
Je kunt in het Algebra venster elk punt tonen als een complex getal: - Open het Eigenschappenvenster van het punt.- Klik op de tab Algebra - Selecteer Complex getal in het rolmenu Coördinaten. |
De imaginaire eenheidt ί kan je ofwel selecteren in de lijst met symbolen achteraan in het invoerveld, ofwel rechtstreeks typen met de toetsencombinatie /Sjabloon:KeyCode.adoc[Sjabloon:KeyCode]. Tenzij je in het CAS venster werkt of i de naam is van een voordien gedefinieerde variabele, wordt i herkend als het coördinatenkoppel i = (0, 1) of het complexe getal 0 + 1ί. Dit betekent ook dat je deze variable kan gebruiken om complexe getallen te typen in het invoerveld (b. v. q = 3 + 4i), maar niet in het CAS venster.
Optelling en aftrekking:
-
(2 + 1ί) + (1 – 2ί)
geeft het complexe getal 3 – 1ί. -
(2 + 1ί) - (1 – 2ί)
geeft het complexe getal 1 + 3ί.
Vermenigvuldiging en deling:
-
(2 + 1ί) * (1 – 2i)
geeft het complexe getal 4 – 3ί. -
(2 + 1ί) / (1 – 2i)
geeft het complexe getal 0 + 1ί.
De gewone vermenigvuldiging |
Ook volgende commando’s en functies kunnen gebruikt worden:
-
x(w)
ofre(w)
geeft het reële gedeelte van het complexe getal w -
y(w)
ofim(w)
geeft het imaginaire gedeelte van het complexe getal w -
abs(w)
ofLengte[w]
geeft de modulus van het complexe getal w -
arg(w)
ofHoek[w]
geeft het argument van het complexe getal w -
conjugate(w)
ofSpiegeling[w,xAs]
geeft het toegevoegde complexe getal van w
GeoGebra voert ook bewerkingen uit tussen reële en complexe getallen.
-
3 + (4 + 5ί)
geeft het complexe getal 7 + 5ί. -
3 - (4 + 5ί)
geeft het complexe getal -1 - 5ί. -
3 / (0 + 1ί)
geeft het complexe getal 0 - 3ί. -
3 * (1 + 2ί)
geeft het complexe getal 3 + 6ί.