Getallen en hoeken
Getallen
Via het Invoerveld kan je getallen creëren. Wanneer je enkel een getal intypt (b. v. 3), kent GeoGebra een (kleine)
letter toe als naam voor het getal. Wanneer je het getal een specifieke naam wil geven, kan je de naam typen, gevolgd
door een gelijkheidsteken en het getal (b. v. typ r = 5.32
om een decimaal getal r te creëren ).
Voor getallen en hoeken met decimale waarden gebruikt GeoGebra een punt (.) en geen komma. |
Je kunt ook de constante π en het getal van Euler e gebruiken in uitdrukkingen en berekeningen door ze te selecteren in de lijst naast het Invoerveld of door Toetsenbordsnelkoppelingen te gebruiken.
Wanneer je e gebruikt in uitdrukkingen, herkent GeoGebra het als het getal van Euler (als je e vooraf niet gebruikte als naam voor een bestaand object). |
Hoeken
Je voert hoeken in met als eenheden graden (°) of radialen (rad). De constante π is handig voor waarden in radialen. Je kunt ze ook gewoon typen als pi.
De symbolen voor graden (°) of het symbool (π) kan je typen met volgende toetsencombinaties:
|
Je kunt een hoek α ingeven in graden (b. v. α = 60°) of in radialen (b. v. α = pi/3).
GeoGebra doet alle interne berekeningen n radialen. Het symbool voor graden (°) is slechts de constante π/180, die gebruikt wordt om graden om te rekenen naar radialen. |
-
Wanneer a = 30 een getal is, dan rekent α = a° dit getal om naar een hoek α = 30°, zonder de waarde te veranderen.
-
Wanneer je typt b = α / °, wordt de hoek α terug omgezet naar het getal b = 30, zonder de waarde te veranderen.
Vrije getallen en hoeken
Vrije getallen en hoeken kunnen voorgesteld worden als schuifknoppen in het Tekenvenster. (zie de knop Schuifknop). Je kunt ook met de pijltoetsen de waarde van getallen en hoeken veranderen in het Algebra venster (zie Manuele Animatie ).
Beperk de waarde tot een interval
Vrije getallen en hoeken kan je beperken tot een interval [min, max] via de tab Schuifknop van het Eigenschappenvenster (zie ook Schuifknop)).