Afgeleide Commando
- Afgeleide( <Functie> )
-
Geeft de afgeleide van de functie naar de hoofdveranderlijke.
- Afgeleide( <Functie>, <Getal> )
-
Geeft de n-de afgeleide naar de hoofdveranderlijke.
- Afgeleide( <Functie>, <Veranderlijke> )
-
Geeft de partiële afgeleide van de functie naar de gegeven veranderlijke.
- Afgeleide( <Functie>, <Veranderlijke>, <Getal> )
-
Geeft de n-de partiële afgeleide van de functie naar de gegeven veranderlijke.
- Afgeleide( <Kromme> )
-
Geeft de afgeleide van de kromme.
- Afgeleide( <Kromme>, <Getal> )
-
Geeft de n-de afgeleide van de kromme.
Afgeleide(Kromme(cos(t), t sin(t), t, 0, π), 2)
geeft de kromme curve x = -cos(t), y = 2cos(t) - t sin(t).
Afgeleide(Kromme(cos(t), t sin(t), t, 0, π))
geeft de kromme x = -sin(t), y = sin(t) + t cos(t).
Afgeleide(x^3 + 3x y, x, 2)
geeft 6x.
Afgeleide(x^3 y^2 + y^2 + xy, y)
geeft 2x³y + x + 2y.
Afgeleide(x^3 + x^2 + x, 2)
geeft 6x + 2.
Afgeleide(x^3 + x^2 + x)
geeft 3x² + 2x + 1.
Dit werkt enkel voor parameterkrommen. |
Dit werkt enkel voor parameterkrommen. |
Je kunt ook |
CAS Syntax
- Afgeleide( <Uitdrukking> )
-
Geeft de afgeleide van een uitdrukking naar de hoofdveranderlijke.
- Afgeleide( <Uitdrukking>, <Veranderlijke> )
-
Geeft de afgeleide van een uitdrukking naar de gegeven veranderlijke.
- Afgeleide( <Uitdrukking>, <Veranderlijke>, <Getal> )
-
Geeft de n-de afgeleide van een uitdrukking naar de gegeven veranderlijke.
Afgeleide(x³ + 3x y, x, 2)
geeft 6x.
Afgeleide(y x^3, x, 2)
geeft 6xy.
Afgeleide(a x^3, a)
geeft x³.
Afgeleide(x^2)
geeft 2x.