Eenheidsnormaalvector Commando

Eenheidsnormaalvector( <Rechte> )

Geeft de normaalvector met lengte 1 van de gegeven rechte.

Eenheidsnormaalvector( <Lijnstuk> )

Geeft de normaalvector met lengte 1 van het gegeven lijnstuk.

Eenheidsnormaalvector( <Vector> )

Geeft de normaalvector met lengte 1 van een vooraf gedefinieerde vector.

v=\(\begin{pmatrix}3\\4\end{pmatrix}\). Eenheidsnormaalvector[v] geeft \(\begin{pmatrix}-0.8\\0.6\end{pmatrix}\).

Voor s = Lijnstuk((1,1), (4,5)).

geeft Eeinheidsnormaalvector(s) geeft \(\begin{pmatrix}-0.8\\0.6\end{pmatrix}\).

Eenheidsnormaalvector(3x + 4y = 5) geeft \(\begin{pmatrix}0.6\\0.8\end{pmatrix}\).

CAS venster

Eenheidsnormaalvector( <Vector> )

Geeft de normaalvector met lengte 1 van de gegeven vector.

Eeenheidsnormaalvector((a, b)) geeft (\(\frac{-b}\{\sqrt{a^\{2} + b^\{2}}}\), \(\frac{a}{\sqrt{a^\{2} + b^\{2}}}\)).

Eenheidsnormaalvector( <Vlak> )

Creëert een eenheidsvector loodrecht op het gegeven vlak.