IntegraalTussen Commando

IntegraalTussen( <Functie>, <Functie>, <Start x-Waarde>, <Eind x-Waarde> )

Geeft de bepaalde integraal van de verschilfunctie f(x) ‐ g(x) van twee functies f en g over het interval [a, b], waarbij a het eerste getal is en b het tweede, naar de hoofdveranderlijke.

IntegraalTussen( <Functie>, <Functie>, <Start x-Waarde>, <Eind x-Waarde>, <Logisch Evalueer> )

Geeft de bepaalde integraal van de verschilfunctie f(x) ‐ g(x) van twee functies f en g over het interval [a, b], waarbij a het eerste getal is en b het tweede, naar de hoofdveranderlijke en kleurt ook de overeenkomende oppervlakte in als Evaluate = true. Wanneer Evaluate = false wordt de overeenkomende oppervlakte ingekleurd maar wordt de waarde van de integraal value niet berekend.

Dit commando kleurt ook de oppervlakte tussen de grafieken van f en g in.

CAS venster

IntegraalTussen( <Functie>, <Functie>, <Beginwaarde interval>, <Eindwaarde interval> )

Geeft de bepaalde integraal van de verschilfunctie f(x) ‐ g(x) van twee functies f en g over het interval [Beginwaarde, Eindwaarde] naar de hoofdveranderlijke.

IntegraalTussen( <Functie>, <Functie>, <Variabele>, <Beginwaarde>, <Eindwaarde> )

Geeft de bepaalde integraal van de verschilfunctie f(x) ‐ g(x) van twee functies f en g over het interval [Beginwaarde, Eindwaarde] naar de gegeven veranderlijke.

IntegraalTussen(a * sin(t), a * cos(t), t, π / 4, π * 5 / 4) geeft \(2 \sqrt{2} a\).

IntegraalTussen(sin(x), cos(x), π / 4, π * 5 / 4) geeft \(2 \sqrt{2}\).