LaTeX Commando
- LaTeX( <Object> )
-
Formuleert de formule voor het object als een LaTeX text.
-
a = 2 en f(x) = a x2.
LaTeX(f)
geeft 2 x2 (als een LaTeX tekst). -
LaTeX($1)
geeft de inhoud van de eerste rij van het CAS venster als een LaTeX tekst.
Standaard worden variabelen vervangen door waarden. |
- LaTeX( <Object>, <Boolean vervangen van Variabelen> )
-
Formuleert de formule voor het object als een LaTeX text. De Booleaanse variabele bepaalt of variabelen vervangen worden door waarden (true) of de namen van de variabelen blijven staan in de tekst (false).
a = 2 en f(x) = a x2.
LaTeX[f, true]
geeft 2 x2 (als een LaTeX text).
LaTeX[f, false]
geeft a x2 (als een LaTeX tekst).
- LaTeX( <Object>, <Boolean vervangen van Variabelen>, <Boolean Toon Naam> )
-
Formuleert de formule voor het object als een LaTeX tekst. De eerste Booleaanse variabele bepaalt of variabelen vervangen worden door waarden (true) of de namen van de variabelen blijven staan in de tekst (false). De tweede Booleaanse variabele bepaalt of de naam van het object getoond wordt in de tekst (true) of niet (false).
a = 2 en f(x) = a x2.
LaTeX[f, true, true]
geeft f(x) = 2 x2 (als een LaTeX tekst).
LaTeX[f, false, false]
geeft a x2 (als een LaTeX tekst).