Lengte Commando
- Lengte( <Object> )
-
Geeft de lengte van het object.
-
Lengte( <Vector> )
geeft de lengte van de vector. -
Lengte( <Punt> )
geeft de lengte van de puntvector van het gegeven punt. -
Lengte( <Lijst> )
geeft de lengte (dit is het aantal elementen) van de lijst. -
Lengte( <Tekst> )
geeft het aantal karakters in de tekst. -
Lengte( <MeetkundigePlaats> )
geeft het aantal punten waaruit de meetkundige plaats bestaat. Gebruik Omtrek[MeetkundigePlaats] voor de lengte van de meetkundige plats zelf. Zie ook Eerste Commando voor meer details. -
Lengte( <Boog> )
geeft de the booglengte van een hoek of sector.
- Lenge( <Functie>, <Startwaarde>, <Eindwaarde> )
-
Geeft de lengte van de grafiek van de functie over het gegeven interval.
- Lengte( <Functie>, <Startpunt>, <Eindpunt> )
-
Geeft de lengte van de grafiek van de functie tussen de twee punten.
- Lengte[(<Kromme>, <Start t-waarde>, <Eind t-waarde> )
-
Geeft de lengte van de kromme tussen de twee waarden van de parameter.
- Lengte( <Kromme>, <Startpunt>, <Eindpunt> )
-
Geeft de lengte van de krromme tussen twee punten op de kromme.
Lengte(2x, 0, 1)
geeft 2.23606797749979, of ongeveer \(\sqrt{5}\).
Wanneer de twee punten niet op de grafiek liggen, bepalen hun x-coördinaten het interval. |
CAS venster
- Lengte( <Functie>, <x-start>, <x-einde> )
-
Berekent de lengte van de grafiek van een functie bepaald door de twee x-waarden.
- Lengte( <Functie>, <Variabele>, <Startpunt>, <Eindpunt> )
-
Berekent de lengte van de grafiek van een functie tussen Startpunt en Eindpunt.
Lengte(2 a, a, 0, 1)
geeft \(\sqrt{5}\).
Lengte(2 x, 0, 1)
geeft \(\sqrt{5}\).
Zie ook de knop Afstand of lengte. |