Min Commando

Min[ <Lijst> ]

Geeft het minimum van de getallen in een lijst.

Min[ <Interval> ]

Geeft de ondergrens van het interval.

Min[ <Getal>, <Getal> ]

Geeft het kleinste van de twee getallen.

Min[ <Functie>, <Start x-Waarde>, <Eind x-Waarde> ]

Berekent (numeriek) het minimum van de functie over het gegeven interval. De functie moet continu zijn en slechts één minimumwaarde hebben binnen het interval.

Min[ x^3 + 2x^2 - 1, -2, 0] geeft het punt (0, -1).

Min[12, 15] geeft 12.

Min[2 < x < 3] geeft 2 .

Min[{-2, 12, -23, 17, 15}] geeft -23.

Open en gesloten intervallen worden op dezelfde manier behandeld.

Wanneer de lijst andere objecten bevat dan getallen, dan vergelijkt het commando de getallen die bij de objecten horen. Voor een lijst met lijnstukken geeft het commando Min[ <Lijst> ] het tlijnstuk met de kleinste lengte.

CAS venster

Min[ <Lijst> ]

Geeft het minimum van de getallen in een lijst.

Min[ <Getal>, <Getal> ]

Geeft het kleinste van de twee getallen.

Min[12, 15] geeft 12.

Min[{-2, 12, -23, 17, 15}] geeft -23.

Zie ook de commando’s Max en Extrema en de knop Functie onderzoeker.