Staafdiagram Commando

Staafdiagram( <Lijst met waarnemingsgetallen>, <Lijst met frequenties> )

Creëert een staafdiagram van de waarnemingsgetallen, volgens hun frequentie.

  • Staafdiagram({10, 11, 12, 13, 14}, {5, 8, 12, 0, 1})

  • Staafdiagram({5, 6, 7, 8, 9}, {1, 0, 12, 43, 3})

  • Staafdiagram({0.3, 0.4, 0.5, 0.6}, {12, 33, 13, 4})

De getallen in de lijst met waarnemingsgetallen moeten gerangschikt zijn in stijgende volgorde.

Staafdiagram( <Lijst met waarnemingsgetallen>, <Lijst met frequenties>, <Breedte van de staven> )

Creëert een staafdiagram van de waarnemingsgetallen, volgens hun frequentie. De staven hebben de gegeven breedte.

Staafdiagram( <Lijst met waarnemingsgetallen>, <Breedte van de staven> )

Creëert een staafdiagram van de lijst met alle waarnemingsgetallen. De staven hebben de gegeven breedte.

Staafdiagram( <Startwaarde>, <Eindwaarde>, <Lijst met hoogtes> )

Creëert een staafdiagram over het gegeven interval. Het aantal staven wordt bepaald door de lengte van de lijst met hoogten van de staven.

Staafdiagram( <Startwaarde>, <Eindwaarde>, <Uitdrukking>, <Variabele>, <Van c>, <Tot d> )

Creëert een staafdiagram over het gegeven interval. [Startwaarde, Eindwaarde], dat de hoogte van de staven berekent met de uitdrukking waarin een variabele k varieert van c tot d.

Staafdiagram( <Startwaarde>, <Eindwaarde>, <Uitdrukking>, <Variable>, <Van…​>, <Tot…​r>, <Stap> )

Creëert een staafdiagram over het gegeven interval. [Startwaarde, Eindwaarde], dat de hoogte van de staven berekent met de uitdrukking waarin een variabele k varieert van c tot d met een stapgrootte s.

Staafdiagram( <Lijst met waarnemingsgetallen>, <Breedte van staven>, <Verticale Schaalfactor (optioneel)>)

Creëert een staafdiagram van de lijst met alle waarnemingsgetallen. De staven hebben de gegeven breedte en de hoogten hangen af van de gegeven schaalfactor.

Staafdiagram( {1, 1, 1, 2, 2, 2, 2, 2, 3, 3, 3, 5, 5, 5, 5}, 1, 2)

p = 0.1, q = 0.9, en n = 10 zijn getallen. Het commando Staafdiagram( -0.5, n + 0.5, BinomiaalCoëfficiënt(n,k) * p^k * q^(n-k), k, 0, n ) geeft een staafdiagram in het interval [-0.5, n+0.5]. De hoogten van de staven komen overeen met de waarschijnlijkheden volgens de gegeven uitdrukking.

Staafdiagram(10, 20, {1, 2, 3, 4, 5} ) creëert een staafdiagram met vijf staven in het interval [10, 20].

Staafdiagram( {1, 1, 1, 2, 2, 2, 2, 2, 3, 3, 3, 5, 5, 5, 5}, 1)

  • Staafdiagram({10, 11, 12, 13, 14}, {5, 8, 12, 0, 1}, 0.5) laat ruimte tussen de staven.

  • Staafdiagram({10, 11, 12, 13, 14}, {5, 8, 12, 0, 1}, 0) produceert een lijngrafiek.

In het eigenschappenvenster kan je elke staaf een eigen kleur geven.