TelAls Commando

TelAls( <Voorwaarde>, <Lijst> )
TelAls( <Voorwaarde>, <Variabele>, <Lijst> )

Het commando is gelijkaardig aan het eerste commando, maar laat meer ruimte in zijn formulering.

P, Q, R zijn punten. TelAls(x(A) < 3, A, {P, Q, R}) zal enkel die punten tellen waarvan de x-coördinaat kleiner is dan 3. De variabele A wordt voor de controle vervangen door P, dan door Q en tenslotte door R . Daarom geeft TelAls(x(A) < 3, A, {(0, 1), (4, 2), (2, 2)}) het getal 2.

  • TelAls(x < 3, {1, 2, 3, 4, 5}) geeft het getal 2.

  • TelAls(x < 3, A1:A10), waarbij A1:A10 een reeks cellen is in het rekenblad, telt die cellen waarvan de waarde kleiner is dan 3.

Voor lijsten met getallen kan elke willekeurige voorwaarde gebruikt worden. Voor lijsten met andere objecten kunnen enkel voorwaarden van de vorm x==constant of x!=constant.