Vector Commando

Vector( <Punt> )

Geeft de puntvector van het gegeven punt, m.a.w een vector tussen de oorsprong en het gegeven punt.

Vector((3, 2)) creëert een vector u = \(\begin{pmatrix}3\\2\end{pmatrix}\).

Vector( <Startpunt>, <Eindpunt> )

Creëert een vector tussen het Startpunt en het Eindpunt. Dit commando werkt ook met 3D-punten.

Vector((1, 1), (3, 4)) geeft u = \(\begin{pmatrix}2\\3\end{pmatrix}\).

Je kunt een vector u voorzien van een naamlabel met vectorpijl door in de tab Basis als titel de LaTeXcode voor vector te typen: $\vec{u}$ .